Die interpretatie vindt onder meer haar grondslag in artikel 22 van de Grondwet, waarvan de Grondwetgever heeft verklaard dat het moest worden begrepen in de zin van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met betrekking tot artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (Parl. St., Senaat, 1991-1992, nr. 100/4, p. 3; Parl. St., Kamer, 1993-1994, nr. 997/5, nr. 2).
Diese Auslegung findet unter anderem ihre Grundlage in Artikel 22 der Verfassung, der dem Verfassungsgeber zufolge im Sinne der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte in bezug auf Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention zu verstehen ist (Parl. Dok., Senat, 1991-1992, Nr. 100/4, S. 3; Parl. Dok., Kammer, 1993-1994, Nr. 997/5, Nr. 2).