Traduction de «begrip bevel » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

juridisch begrip
Rechtsbegriff

boekhoudkundig begrip
Begriff aus dem Rechnungswesen

rechterlijk bevel [ gerechtelijk bevel | injunctie ]
gerichtliche Anordnung

bevel van de rechtbank | bevel van de rechter
gerichtliche Anordnung

aan een bevel gehoorzamen | een bevel opvolgen | gevolg geven aan eenbevel
einem Befehl Folge leisten

bevel tot betaling | bevel
Zahlungsbefehl

onbepaald rechtsbegrip | onzeker/onbepaald rechtsbegrip/wettelijk begrip
Unbestimmter Rechtsbegriff

bevel tot medebrenging
Vorführungsbefehl

bevel
Befehl

bevel tot aanhouding
Haftbefehl

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Doordat de in het geding zijnde bepaling zich ertoe beperkt het begrip bevel tot betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek te interpreteren in de enkele aangelegenheid van de inkomstenbelastingen, verleent ze ten slotte aan de term « bevel tot betaling » een verschillende betekenis naar gelang van de materie waarop hij wordt toegepast.
Indem die fragliche Bestimmung sich schliesslich darauf beschränkt, den in Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches enthaltenen Begriff des Zahlungsbefehls ausschliesslich in Bezug auf Einkommensteuern auszulegen, verleiht sie dem Begriff « Zahlungsbefehl » eine unterschiedliche Bedeutung je nach dem Sachbereich, auf den er Anwendung findet.

Uit het woord « ook » in de in het geding zijnde bepaling blijkt dat die bepaling een bijkomende betekenis toevoegt aan het begrip bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, of daarvan althans een precisering inhoudt, vermits dit artikel, inzake inkomstenbelastingen, moet worden geïnterpreteerd als een verjaringsstuitende akte, « zelfs indien de betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter heeft ».
Aus dem Begriff « ebenfalls » in der fraglichen Bestimmung geht hervor, dass diese Bestimmung dem Begriff des Zahlungsbefehls im Sinne von Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches eine zusätzliche Bedeutung hinzufügt oder zumindest präzisiert, da dieser Artikel hinsichtlich der Einkommensteuern als ein die Verjährung unterbrechender Akt auszulegen ist, « selbst wenn die beanstandete Steuerschuld nicht erwiesen und feststehend ist ».

Doordat de bestreden bepaling zich ertoe beperkt het begrip bevel tot betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek te interpreteren in de enkele aangelegenheid van de inkomstenbelastingen, verleent ze ten slotte aan de term « bevel tot betaling » een verschillende betekenis naar gelang van de materie waarop hij wordt toegepast.
Indem die angefochtene Bestimmung sich schliesslich darauf beschränkt, den in Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches enthaltenen Begriff des Zahlungsbefehls ausschliesslich in Bezug auf Einkommensteuern auszulegen, verleiht sie dem Begriff « Zahlungsbefehl » eine unterschiedliche Bedeutung je nach dem Sachbereich, auf den er Anwendung findet.

Uit het woord « ook » in de bestreden bepaling blijkt dat die bepaling een bijkomende betekenis toevoegt aan het begrip bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, of daarvan althans een precisering inhoudt, vermits dit artikel, inzake inkomstenbelastingen, moet worden geïnterpreteerd als een verjaringsstuitende akte, « zelfs indien de betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter heeft ».
Aus dem Begriff « ebenfalls » in der angefochtenen Bestimmung geht hervor, dass diese Bestimmung dem Begriff des Zahlungsbefehls im Sinne von Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches eine zusätzliche Bedeutung hinzufügt oder zumindest präzisiert, da dieser Artikel hinsichtlich der Einkommensteuern als ein die Verjährung unterbrechender Akt auszulegen ist, « selbst wenn die beanstandete Steuerschuld nicht erwiesen und feststehend ist ».

Om de redenen die zijn uiteengezet in de punten B.31 tot B.36 van het arrest van het Arbitragehof nr. 43/98 van 22 april 1998, schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals ingevoegd door de wet van 30 december 1992, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het begrip « definitief bevel om het grondgebied te verlaten » dat erin vervat is, op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd als het begrip « uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten ».
Aus den unter B.31 bis B.36 des Urteils Nr. 43/98 des Schiedshofes vom 22. April 1998 dargelegten Gründen verletzt Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren in der durch das Gesetz vom 30. Dezember 1992 eingefügten Fassung die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn der darin enthaltene Begriff « endgültige Anweisung, das Staatsgebiet zu verlassen » auf gleiche Weise interpretiert wird wie der Begriff « vollstreckbare Anweisung, das Staatsgebiet zu verlassen ».