Hieruit volgt eveneens dat de decreetgever erover heeft gewaakt een evenwicht te verzekeren tussen zijn wil om het gebruik van warmtekrachtkoppeling en van hernieuwbare energiebronnen, ook door de verbranding van hout en van afvalstoffen van hout, te bevorderen, en de vereisten inzake milieu en economie, die specifiek zijn voor elke substantie die valt onder het begrip « biomassa » en die verschillen in behandeling impliceren die inherent zijn aan de invoering van een mechanisme voor de ondersteuning van warmtekrachtkoppeling en van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
Daraus ergibt sich ebenfalls, dass der Dekretgeber darauf geachtet hat, ein Gleichgewicht zu schaffen zwischen seinem Willen, die Inanspruchnahme der Kraft-Wärme-Kopplung und der erneuerbaren Energiequellen, einschließlich der Verbrennung von Holz und von Holzabfällen, zu fördern, und den Umwelt- und Wirtschaftszwängen, die spezifisch für jeden zum Begriff der Biomasse gehörenden Stoff bestehen und die Behandlungsunterschiede mit sich bringen, die für die Einführung eines Fördermechanismus der Kraft-Wärme-Kopplung und der Benutzung von erneuerbaren Energiequellen kennzeichnend sind.
