Traduction de «begrip „milieustromen dient » (Néerlandais → Allemand) :

17. merkt op dat water de kern van de meeste ecosysteemdiensten vormt en beklemtoont het belang van een degelijk waterbeheer voor het behalen van de biodiversiteitsstreefdoelen; benadrukt de behoefte aan maatregelen voor herbebossing en het herstel van wetlands in het beheer van watervoorraden; roept op tot een betere afstemming van de doelstellingen van de kaderrichtlijn water met Natura 2000; onderstreept dat de kennisbasis het begrip „milieustromen” dient te integreren en rekening moet houden met de door water ondersteunde ecosysteemdiensten; benadrukt dat rekening gehouden moet worden met het feit dat veranderingen in de waterkringloop afhangen van habitats en dat dit een invloed heeft op het percentage water dat hergebruikt wordt: de waterkringloop is niet overal dezelfde en er zijn verschillen tussen waterkringlopen in de tropen, het Middellandse Zeegebied en de middelste of hoge geografische breedten;
17. bemerkt, dass Wasser der Dreh- und Angelpunkt der meisten Ökosystemleistungen ist und hebt die Bedeutung hervor, die eine angemessene Wasserwirtschaft auf das Erreichen der hinsichtlich der biologischen Vielfalt gesteckten Ziele hat; verweist mit Nachdruck auf Maßnahmen zur Wiederaufforstung und Wiederherstellung von Feuchtgebieten im Rahmen der Bewirtschaftung der Wasserressourcen; fordert, dass die Ziele, die mit der WRR verfolgt werden, und die Ziele von Natura 2000 besser aufeinander abgestimmt werden; betont, dass die im Wissen um das Konzept der „ökologischen Restwassermengen“ enthalten und die unter Verwendung von Wasser bereitgestellten Ökosystemleistungen berücksichtigen sollte. verweist auf die Notwendigkeit, dass Änderungen des Wasserkreislaufs biotopabhängig sind, was Auswirkungen auf den prozentualen Anteil des recycelten Wassers hat; stellt fest, dass der Wasserkreislauf nicht überall derselbe ist und Unterschiede zwischen dem Kreislauf in den Tropen, im Mittelmeerraum sowie in den mittleren und nördlichen Breitengraden bestehen;

31. erkent dat het beleidskader van de EU de verzameling van minder versnipperde gegevens over water en een betere bewaking mogelijk heeft gemaakt; merkt echter op dat betrouwbare gegevens over waterhoeveelheid ontbreken, bijvoorbeeld over waterwinning en –lekkage; wijst op het potentieel voor beter gegevensbeheer, op basis van verbetering van statistische informatie en het gebruik van gegevensinzamelingsstations, het waterinformatiesysteem voor Europa (WISE) en GMES voor het monitoren van de toestand van de waterreserves en de druk van economische activiteit op deze reserves; verzoekt de Commissie om, in samenwerking met het Europees Milieuagentschap, een nieuwe reeks betrouwbare indicatoren voor waterrekeningen te ontwikkelen; benadrukt dat de kennisbasis het begrip „milieustromen” dient te integreren en rekening moet houden met de door water ondersteunde ecosysteemdiensten, alsmede met de door de watercyclus ontstaande verbanden tussen klimaat, gebied en grondwatervoorraden;
31. stellt fest, dass der politische Handlungsrahmen der EU dazu geführt hat, dass die Wasserdaten weniger fragmentiert sind und eine bessere Überwachung stattfindet; bemerkt, dass jedoch keine zuverlässigen Daten über die Wassermenge vorhanden sind, beispielsweise über Entnahme und Lecks; verweist auf die Ausbaufähigkeit des Datenmanagements durch eine Verbesserung der statistischen Informationen und den Einsatz von Datenerhebungsstationen, das Wasser-Informationssystem für Europa (WISE), sowie die Überwachung des Zustands der Wasserressourcen mittels GMES-Systemen, und erinnert daran, welchem Druck diese Ressourcen durch die wirtschaftlichen Aktivitäten ausgesetzt sind; fordert die Kommission auf, zusammen mit der Europäischen Umweltagentur einen neuen Satz zuverlässiger Indikatoren für Wasserkonten aufzustellen; betont, dass die Wissensbasis das Konzept der „ökologischen Restwassermengen“ enthalten und die unter Verwendung von Wasser bereitgestellten Ökosystemleistungen und die Zusammenhänge zwischen Klima, Gebiet und infolge des Wasserkreislaufs verfügbaren unterirdische Wasserressourcen berücksichtigen sollte;

17. merkt op dat water de kern van de meeste ecosysteemdiensten vormt en beklemtoont het belang van een degelijk waterbeheer voor het behalen van de biodiversiteitsstreefdoelen; benadrukt de behoefte aan maatregelen voor herbebossing en het herstel van wetlands in het beheer van watervoorraden; roept op tot een betere afstemming van de doelstellingen van de kaderrichtlijn water met Natura 2000; onderstreept dat de kennisbasis het begrip "milieustromen" dient te integreren en rekening moet houden met de door water ondersteunde ecosysteemdiensten; benadrukt dat rekening gehouden moet worden met het feit dat veranderingen in de waterkringloop afhangen van habitats en dat dit een invloed heeft op het percentage water dat hergebruikt wordt: de waterkringloop is niet overal dezelfde en er zijn verschillen tussen waterkringlopen in de tropen, het Middellandse Zeegebied en de middelste of hoge geografische breedten;
17. bemerkt, dass Wasser der Dreh- und Angelpunkt der meisten Ökosystemleistungen ist und hebt die Bedeutung hervor, die eine angemessene Wasserwirtschaft auf das Erreichen der hinsichtlich der biologischen Vielfalt gesteckten Ziele hat; verweist mit Nachdruck auf Maßnahmen zur Wiederaufforstung und Wiederherstellung von Feuchtgebieten im Rahmen der Bewirtschaftung der Wasserressourcen; fordert, dass die Ziele, die mit der WRR verfolgt werden, und die Ziele von Natura 2000 besser aufeinander abgestimmt werden; betont, dass die im Wissen um das Konzept der „ökologischen Restwassermengen“ enthalten und die unter Verwendung von Wasser bereitgestellten Ökosystemleistungen berücksichtigen sollte. verweist auf die Notwendigkeit, dass Änderungen des Wasserkreislaufs biotopabhängig sind, was Auswirkungen auf den prozentualen Anteil des recycelten Wassers hat; stellt fest, dass der Wasserkreislauf nicht überall derselbe ist und Unterschiede zwischen dem Kreislauf in den Tropen, im Mittelmeerraum sowie in den mittleren und nördlichen Breitengraden bestehen;

31. erkent dat het beleidskader van de EU de verzameling van minder versnipperde gegevens over water en een betere bewaking mogelijk heeft gemaakt; merkt echter op dat betrouwbare gegevens over waterhoeveelheid ontbreken, bijvoorbeeld over waterwinning en –lekkage; wijst op het potentieel voor beter gegevensbeheer, op basis van verbetering van statistische informatie en het gebruik van gegevensinzamelingsstations, het waterinformatiesysteem voor Europa (WISE) en GMES voor het monitoren van de toestand van de waterreserves en de druk van economische activiteit op deze reserves; verzoekt de Commissie om, in samenwerking met het Europees Milieuagentschap, een nieuwe reeks betrouwbare indicatoren voor waterrekeningen te ontwikkelen; benadrukt dat de kennisbasis het begrip "milieustromen" dient te integreren en rekening moet houden met de door water ondersteunde ecosysteemdiensten, alsmede met de door de watercyclus ontstaande verbanden tussen klimaat, gebied en grondwatervoorraden;
31. stellt fest, dass der politische Handlungsrahmen der EU dazu geführt hat, dass die Wasserdaten weniger fragmentiert sind und eine bessere Überwachung stattfindet; bemerkt, dass jedoch keine zuverlässigen Daten über die Wassermenge vorhanden sind, beispielsweise über Entnahme und Lecks; verweist auf die Ausbaufähigkeit des Datenmanagements durch eine Verbesserung der statistischen Informationen und den Einsatz von Datenerhebungsstationen, das Wasser-Informationssystem für Europa (WISE), sowie die Überwachung des Zustands der Wasserressourcen mittels GMES-Systemen, und erinnert daran, welchem Druck diese Ressourcen durch die wirtschaftlichen Aktivitäten ausgesetzt sind; fordert die Kommission auf, zusammen mit der Europäischen Umweltagentur einen neuen Satz zuverlässiger Indikatoren für Wasserkonten aufzustellen; betont, dass die Wissensbasis das Konzept der „ökologischen Restwassermengen“ enthalten und die unter Verwendung von Wasser bereitgestellten Ökosystemleistungen und die Zusammenhänge zwischen Klima, Gebiet und infolge des Wasserkreislaufs verfügbaren unterirdische Wasserressourcen berücksichtigen sollte;