8. herhaalt dat het voorstander is van het opnemen van het EOF in de begroting, omdat daarmee de financiering democratischer, doeltreffender en transparanter zal worden en er meer verantwoording over wordt afgelegd; benadrukt evenwel dat de opname van het EOF in de algemene begroting van de Unie niet mag leiden tot een vermindering van de totale uitgaven voor ontwikkeling ten opzichte van de twee bestaande financieringsinstrumenten;
8. bekräftigt erneut seine Unterstützung für die Einbeziehung des EEF in den Haushaltsplan als ein Mittel, um die demokratische Kontrolle, die Rechenschaftspflicht, die Effizienz und die Transparenz bei der Finanzierung zu stärken; stellt jedoch fest, dass die Einbeziehung des EEF in den Gesamthaushaltsplan der Union keine Senkung der Entwicklungsausgaben, die insgesamt aus den beiden Finanzierungsinstrumenten kommen, bewirken darf;