Vertaling van "begroting verzoekt daarom " (Nederlands → Duits) :

38. erkent de beoordeling van de Commissie dat de gezamenlijke schulden van overheids- en particuliere actoren de ruimte voor nieuwe activiteiten en investeringen in de lidstaten beperken; verzoekt de lidstaten niettemin om hun bni-bijdrage aan de EU-begroting niet als een aanpassingsvariabele in hun consolidatie-inspanningen te beschouwen en er evenmin naar te streven om de omvang van de groeibevorderende uitgaven uit de EU-begroting kunstmatig te verlagen, hetgeen in strijd zou zijn met de politieke toezeggingen die zij op het hoogste niveau hebben gedaan; is zich evenwel ten volle bewust van de economische spanning tussen de noodzaak van consolidering van de overheidsfinanciën op korte termijn en een potentiële verhoging van de op het bni gebaseerde bijdrage van sommige lidstaten als gevolg van een verhoging van het betalingsniveau in de EU-begroting; dringt daarom nogmaals krachtig aan op hervorming van de financieringsregeling voor de EU-begroting – waarover in de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-2020 een akkoord moet worden bereikt – door het aandeel van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten in de EU-begroting tegen 2020 terug te brengen tot 40% en daarmee een bijdrage te leveren aan hun consolidatie-inspanningen ;
38. anerkennt die Einschätzung der Kommission, dass der Umfang der von öffentlichen und privaten Akteuren angehäuften Schulden den Handlungsspielraum der Mitgliedstaaten bei neuen Aktivitäten und Investitionen einengt; ruft die Mitgliedstaaten dennoch auf, ihren einzelstaatlichen Beitrag auf Basis des Bruttonationaleinkommens (BNE) zum Haushalt der EU nicht als Anpassungsvariable ihrer Konsolidierungsbemühungen zu betrachten, und nicht den Versuch zu unternehmen, entgegen ihrer auf höchster Ebene gegebenen politischen Zusagen das Volumen der wachstumsfördernden Ausgaben im Haushalt der EU künstlich zu kürzen; ist sich jedoch der Tatsache voll bewusst, dass eine wirtschaftliche Spannung zwischen der Notwendigkeit der kurzfristigen Konsolidierung der Staatshaushalte einerseits und einer möglichen Anhebung der auf dem Bruttonationaleinkommen (BNE) basierenden Beiträge einiger Mitgliedstaaten andererseits besteht, die durch eine Erhöhung der Zahlungen im EU-Haushalt verursacht würde; wiederholt daher seine nachdrückliche Forderung nach einer – im Rahmen der Verhandlungen über den MFR 2014–20120 zu vereinbarenden – Reform der Finanzierungsmodalitäten des EU-Haushalts, durch die der Anteil der auf dem BNE basierenden Beitragszahlungen an den Haushalt der EU bis zum Jahr 2020 auf 40 % gesenkt wird, womit ein Beitrag zu den Konsolidierungsbemühungen der Mitgliedstaaten geleistet würde ;

60. verzoekt daarom de lidstaten om hun bni-bijdrage aan de EU-begroting niet als een aanpassingsvariabele in hun consolidatie-inspanningen te beschouwen en er evenmin naar te streven om – in tegenstelling tot de politieke toezeggingen die zij op het hoogste niveau hebben gedaan – de omvang van de groeibevorderende uitgaven uit de EU-begroting kunstmatig te verlagen; is zich evenwel bewust van de economische spanning tussen de noodzaak van consolidering van de overheidsfinanciën op korte termijn en een potentiële verhoging van de op het bni gebaseerde bijdrage van sommige lidstaten als gevolg van een verhoging van het betalingsniveau in de EU-begroting; herhaalt daarom zijn luide roep om hervorming van de financiering van de EU-begroting – waarover in de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-202 een akkoord moet worden bereikt – door het aandeel van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten in de EU-begroting tot 2020 terug te brengen tot 40% en daarmee een bijdrage te leveren aan hun consolidatie-inspanningen;
60. ruft die Mitgliedstaaten daher auf, ihren einzelstaatlichen Beitrag auf Basis des Bruttonationaleinkommens (BNE) zum Haushalt der EU nicht als Anpassungsvariable ihrer Konsolidierungsbemühungen zu betrachten, und nicht den Versuch zu unternehmen, entgegen ihrer auf höchster Ebene gegebenen politischen Zusagen das Volumen der wachstumsfördernden Ausgaben im Haushalt der EU künstlich zu kürzen; ist sich jedoch der Tatsache bewusst, dass eine wirtschaftliche Spannung zwischen der Notwendigkeit der kurzfristigen Konsolidierung der Staatshaushalte einerseits und einer möglichen Anhebung der auf dem Bruttonationaleinkommen (BNE) basierenden Beiträge einiger Mitgliedstaaten andererseits besteht, die durch eine Erhöhung der Zahlungen im EU-Haushalt verursacht würde; wiederholt daher seine nachdrückliche Forderung nach einer Reform des Haushalts der EU – die bei der Aushandlung des MFR 2014–2020 vereinbart werden sollte –, in deren Rahmen der Anteil der auf dem BNE basierenden Beitragszahlungen an den Haushalt der EU bis zum Jahr 2020 auf 40 % gesenkt wird, womit ein Beitrag zu den Konsolidierungsbemühungen der Mitgliedstaaten geleistet würde;

8. verzoekt daarom de lidstaten om hun bni-bijdrage aan de EU-begroting niet als een aanpassingsvariabele in hun consolidatie-inspanningen te beschouwen en er evenmin naar te streven om – in tegenstelling tot de politieke toezeggingen die zij op het hoogste niveau hebben gedaan – de omvang van de groeibevorderende uitgaven uit de EU-begroting kunstmatig te verlagen; is zich evenwel bewust van de economische spanning tussen de noodzaak van consolidering van de overheidsfinanciën op korte termijn en een potentiële verhoging van de op het bni gebaseerde bijdrage van sommige lidstaten als gevolg van een verhoging van het betalingsniveau in de EU-begroting; herhaalt daarom zijn luide roep om hervorming van de financiering van de EU-begroting – waarover in de onderhandelingen over het MFK voor de periode 2014-202 een akkoord moet worden bereikt – door het aandeel van de op het bni gebaseerde bijdragen van de lidstaten in de EU-begroting tot 2020 terug te brengen tot 40% en daarmee een bijdrage te leveren aan hun consolidatie-inspanningen;
8. ruft die Mitgliedstaaten daher auf, ihren einzelstaatlichen Beitrag auf Basis des Bruttonationaleinkommens (BNE) zum Haushalt der EU nicht als Anpassungsvariable ihrer Konsolidierungsbemühungen zu betrachten, und nicht den Versuch zu unternehmen, entgegen ihrer auf höchster Ebene gegebenen politischen Zusagen das Volumen der wachstumsfördernden Ausgaben im Haushalt der EU künstlich zu kürzen; ist sich jedoch der Tatsache bewusst, dass eine wirtschaftliche Spannung zwischen der Notwendigkeit der kurzfristigen Konsolidierung der Staatshaushalte einerseits und einer möglichen Anhebung der auf dem Bruttonationaleinkommen (BNE) basierenden Beiträge einiger Mitgliedstaaten andererseits besteht, die durch eine Erhöhung der Zahlungen im EU-Haushalt verursacht würde; wiederholt daher seine nachdrückliche Forderung nach einer Reform des Haushalts der EU – die bei der Aushandlung des MFR 2014–2020 vereinbart werden sollte –, in deren Rahmen der Anteil der auf dem BNE basierenden Beitragszahlungen an den Haushalt der EU bis zum Jahr 2020 auf 40 % gesenkt wird, womit ein Beitrag zu den Konsolidierungsbemühungen der Mitgliedstaaten geleistet würde;

22. herinnert eraan dat de vaststelling van de begroting voor de afgelopen twee jaar geschiedde op grond van gerechtvaardigde behoeften voor het efficiënt laten functioneren van de instelling; onderstreept dat de begroting van het Europees Parlement op een zodanig niveau moet worden vastgesteld dat de instelling met gebruikmaking van een redelijk niveau van financiële hulpbronnen zo effectief mogelijk werk kan leveren; is van mening dat het begrotingsniveau voor 2008 met inbegrip van stijgingen in verband met de aanpassing aan de huidige prijzen ernaar dient te streven het niveau van 2007 niet te overschrijden en in geen geval meer dan 20% van rubriek 5 zou moeten zijn, wat beschouwd dient te worden als de bovengrens van de begroting; verzoekt daarom het Bureau bij het nemen van een besluit over het niveau van de ramingen van het Parlement rekening te houden met het feit dat het Europees Parlement verantwoording aan de burgers van de EU moet afleggen;
22. erinnert daran, dass die Veranschlagung von Haushaltsmitteln in den letzten beiden Jahren auf der Grundlage eines gerechtfertigten Bedarfs für das effiziente Funktionieren des Organs erfolgte; unterstreicht, dass der Haushaltsplan des Europäischen Parlaments auf einer Höhe festgelegt werden sollte, der dem Organ innerhalb einer vernünftigen Höhe von Finanzmitteln ein möglichst effizientes Arbeiten ermöglicht; ist der Auffassung, dass der Haushaltsansatz für 2008 einschließlich von Anhebungen zur Anpassung an die laufenden Preise nach Möglichkeit beim Haushaltsvolumen für 2007 bleiben und auf keinen Fall über 20 % der Rubrik 5 liegen sollte, die die Obergrenze des Haushaltsplans darstellen sollten; fordert deshalb das Präsidium auf, bei Beschlüssen über die Höhe des Voranschlags des Parlaments der Rechenschaftspflicht des Europäischen Parlaments gegenüber den Bürgern der Europäischen Union Rechnung zu tragen;

1. Ingeval de onregelmatigheden betrekking hebben op ten laste van de communautaire begroting komende bedragen van minder dan 10 000 EUR, delen de lidstaten de in de artikelen 3 en 5 bedoelde gegevens slechts aan de Commissie mee indien deze uitdrukkelijk daarom verzoekt.
(1) Betreffen die Unregelmäßigkeiten Beträge von weniger als 10 000 EUR zu Lasten des Gemeinschaftshaushalts, übermitteln die Mitgliedstaaten der Kommission die in den Artikeln 3 und 5 vorgesehenen Informationen nur auf deren ausdrücklichen Wunsch.

1. Ingeval de onregelmatigheden betrekking hebben op ten laste van de communautaire begroting komende bedragen van minder dan 4 000 ecu, delen de begunstigde Lid-Staten de in de artikelen 3 en 5 bedoelde inlichtingen slechts aan de Commissie mede indien deze uitdrukkelijk daarom verzoekt.
(1) In den Fällen, in denen die Unregelmässigkeiten sich auf Beträge von weniger als 4 000 ECU zu Lasten des Gemeinschaftshaushalts beziehen, übermitteln die begünstigten Mitgliedstaaten der Kommission die nach den Artikeln 3 und 5 vorgesehenen Angaben nur auf deren ausdrücklichen Antrag.

1. Ingeval de onregelmatigheden betrekking hebben op ten laste van de communautaire begroting komende bedragen van minder dan 4 000 ecu, delen de Lid-Staten de in de artikelen 3 en 5 bedoelde inlichtingen slechts aan de Commissie mede indien deze uitdrukkelijk daarom verzoekt.
(1) In den Fällen in denen die Unregelmässigkeiten sich auf Beträge von weniger als 4 000 ECU zu Lasten des Gemeinschaftshaushalts beziehen, übermitteln die Mitgliedstaaten der Kommission die nach den Artikeln 3 und 5 vorgesehenen Angaben nur auf deren ausdrücklichen Antrag.