Traduction de «begrotingsjaar 2010 waarvan » (Néerlandais → Allemand) :

3. Lidstaten die besluiten het hele bedrag van hun nationale middelen vanaf het begrotingsjaar 2010 voor de hele periode als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 479/2008 naar de bedrijfstoeslagregeling over te dragen, leggen vóór 30 juni 2008 eenmalig het in bijlage II bij de onderhavige verordening vastgestelde formulier voor, waarvan ze de betrokken regel naar behoren invullen.
(3) Die Mitgliedstaaten, die sich für die Übertragung des Gesamtbetrags ihres nationalen Finanzrahmens in die Betriebsprämienregelung ab dem Haushaltsjahr 2010 für den gesamten Zeitraum gemäß Anhang II der Verordnung (EG) Nr. 479/2008 entschieden haben, übermitteln das entsprechend ausgefüllte Formular gemäß Anhang II der vorliegenden Verordnung einmalig bis zum 30. Juni 2008.

-Verzoekt het Agentschap om de planning en monitoring van zijn aanbestedingen en begrotingsuitvoering verder te ontwikkelen zodat het aandeel overgedragen kredieten kan worden verminderd; merkt op dat de Rekenkamer heeft gemeld dat 20.000.000 EUR (29% van de kredieten) is overgedragen naar het begrotingsjaar 2010, waarvan ongeveer 88% betrekking heeft op nog niet uitgevoerde activiteiten (of in sommige gevallen op nog niet ontvangen goederen) aan het einde van het jaar; merkt verder op dat 5% van de kredieten (3.000.000 EUR) is geannuleerd
– fordert die Agentur auf, die Planung und Überwachung ihrer Auftragsvergabe und ihres Haushaltsvollzugs weiter zu verbessern, um den Anteil der Mittel, die auf das folgende Haushaltsjahr übertragen werden, zu verringern; nimmt in diesem Zusammenhang Kenntnis von der Feststellung des Rechnungshofs, dass 20 000 000 EUR (29 % der Mittel) auf das Haushaltsjahr 2010 übertragen wurden, wovon rund 88 % Tätigkeiten entsprechen, die zum Jahresende noch nicht durchgeführt waren (bzw. in einigen Fällen Gütern, die noch nicht eingegangen waren); stellt außerdem fest, dass 5 % der Mittel (3 000 000 EUR) in Abgang gestellt wurden;

9. verzoekt het Agentschap om de planning en monitoring van zijn aanbestedingen en begrotingsuitvoering verder te ontwikkelen zodat het aandeel overgedragen kredieten kan worden verminderd; merkt op dat de Rekenkamer heeft gemeld dat 20 000 000 EUR (29% van de kredieten) is overgedragen naar het begrotingsjaar 2010, waarvan ongeveer 88% betrekking heeft op nog niet uitgevoerde activiteiten (of in sommige gevallen op nog niet ontvangen goederen) aan het einde van het jaar; merkt verder op dat 5% van de kredieten (3 000 000 EUR) is geannuleerd;
9. fordert die Agentur auf, die Planung und Überwachung ihrer Auftragsvergabe und ihres Haushaltsvollzugs weiter zu verbessern, um den Anteil der Mittel, die auf das folgende Haushaltsjahr übertragen werden, zu verringern; nimmt in diesem Zusammenhang Kenntnis von der Feststellung des Rechnungshofs, dass 20 000 000 EUR (29 % der Mittel) auf das Haushaltsjahr 2010 übertragen wurden, wovon rund 88 % Tätigkeiten entsprechen, die zum Jahresende noch nicht durchgeführt waren (bzw. in einigen Fällen Gütern, die noch nicht eingegangen waren); stellt außerdem fest, dass 5 % der Mittel (3 000 000 EUR) in Abgang gestellt wurden;

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 3 januari 2014 in zake de vzw « Comité Organisateur des Instituts Saint-Luc de Liège » tegen de Franse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 januari 2014, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de decreten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, met name de decreten van 15 december 2006 voor het begrotingsjaar 2007, 13 december 2007 voor het begrotingsjaar 2008 en 17 december 2009 voor het begrotingsjaar 2010, de artikelen 10, 11 of 24 van de Grondwet in zoverre zij ten doel of tot gevolg hebben verschillende bedragen, globaal en per leerling, als werkingstoelagen toe te kennen aan de door de Franse Gemeenschap ingerichte kunsthogescholen, enerzijds, en de door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde kunsthogescholen, anderzijds, terwijl geen enkel objectief verschil of objectief criterium van evenredigheid wordt aangevoerd of verantwoord ?
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 3. Januar 2014 in Sachen der VoG « Comité Organisateur des Instituts Saint-Luc de Liège » gegen die Französische Gemeinschaft, dessen Ausfertigung am 8. Januar 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Dekrete zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplans der Französischen Gemeinschaft, insbesondere die Dekrete vom 15. Dezember 2006 für das Haushaltsjahr 2007, vom 13. Dezember 2007 für das Haushaltsjahr 2008 und vom 17. Dezember 2009 für das Haushaltsjahr 2010, gegen die Artikel 10, 11 oder 24 der Verfassung, indem sie zum Zweck oder zur Folge haben, den von der Französischen Gemeinschaft organisierten Kunsthochschulen einerseits und den von der Französischen Gemeinschaft subventionierten Kunsthochschulen andererseits unterschiedliche Beträge - global und pro Schüler - als Funktionszuschüsse zu gewähren, während kein objektiver Unterschied oder kein objektives Kriterium der Verhältnismäßigkeit angeführt oder gerechtfertigt wird?

10. neemt kennis van de onderstaande cijfers, op grond waarvan de rekeningen van het Parlement voor het begrotingsjaar 2010 werden gesloten:
10. stellt fest, dass sich die Beträge, mit denen seine Rechnungslegung für das Haushaltsjahr 2010 abgeschlossen wurde, wie folgt darstellen:

De verzoekende partijen klagen een niet te verantwoorden verschil in behandeling aan tussen de personen die de belasting op de automatische ontspanningstoestellen van categorie A verschuldigd zijn en voor wie die belasting aanzienlijk wordt verhoogd, en de personen die de belasting verschuldigd zijn op de in het Waalse Gewest ontvangen weddenschappen op de paardenwedrennen, de hondencompetities en de sportcompetities, waarvan het tarief is verlaagd bij artikel 158 van het decreet van 22 december 2010 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2011.
Die klagenden Parteien bemängeln einen nicht zu rechtfertigenden Behandlungsunterschied zwischen den Personen, die die Steuer auf die Spielautomaten der Kategorie A schuldeten und für die diese erheblich ansteige, und den Personen, die die Steuer auf die in der Wallonischen Region angenommenen Wetten auf Pferderennen, Hundewettkämpfe und Sportwettkämpfe schuldeten, deren Satz durch Artikel 158 des Dekrets vom 22. Dezember 2010 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplans der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2011 herabgesetzt worden sei.