5. wijst erop dat, aangezien de institutionele structuur voor de hoge vertegenwoordiger, voor de voorzitter van de Europese Raad
en voor de Europese dienst voor extern optreden nog niet vaststaat, de daa
rvoor noodzakelijke begrotingskredieten stapsgewijs beschikbaar moeten worden gesteld naarmate er meer duidelijkheid ontstaat omtrent de draagwijdte en de rol van de nieuwe organisatorische structuren; onderstreept dat het huidige budget aan vastleggingskredieten in rubriek 4 niet nog zwaarder onder druk mag komen te staan als gevolg
...[+++]van de institutionele aanpassingen of van het nieuwe gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB);
5. betont, dass, da die institutionelle Struktur betreffend den Hohen Vertreter, den Präsidenten des Europäischen Rates und den Europäischen Auswärtigen Dienst noch nicht festgelegt ist, die notwendigen Haushaltsmittel schrittweise bereitgestellt werden sollten, wenn der Bereich und die Rolle der neuen Organisationsstrukturen klarer werden; betont, dass weder die institutionellen Veränderungen noch die neuen Bestimmungen der Gemeinsamen Sicherheits- und Verteidigungspolitik (GSVP) die derzeitige Höhe der Verpflichtungsermächtigungen im Rahmen von Rubrik 4 weiter belasten sollten;