Dienaangaande is het Hof met name van oordeel dat de stelling dat de begrotingszitting thans in de praktijk niet lang hoeft te duren, wegens het belang van die zitting geen rechtvaardiging kan opleveren voor de verkorting van de duur van een periode van voltallige zittingen.
Insoweit ist der Gerichtshof insbesondere der Auffassung, dass aufgrund der Bedeutung, die der Haushaltstagung zukommt, die Verkürzung einer Plenartagung nicht damit gerechtfertigt werden kann, dass sich die Haushaltstagung in der Praxis nunmehr innerhalb kurzer Zeit abschließen lasse.