2. Het begunstigde land ziet toe op een passende scheiding van taken met betrekking tot de instanties en autoriteiten genoemd in lid 1, onder a) tot en met g), overeenkomstig artikel 56, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.
(2) Das begünstigte Land gewährleistet eine geeignete Trennung der Aufgaben der in Absatz 1 Buchstaben a bis g genannten Stellen und Behörden im Einklang mit Artikel 56 Absatz 2 der Verordnung (EG, Euratom) Nr. 1605/2002.