bij een verzoek dat wordt ingediend door een vertegenwoordiger van de houder van het recht of door een vertegenwoordiger van een in artikel 2, lid 2, onder a) of b), bedoelde persoon die gemachtigd is één van de in artikel 2, lid 1, onder a), b) of c), van de basisverordening genoemde rechten te gebruiken: behalve de bewijzen die zijn vereist volgens de punten a) en b) hierboven, het bewijs van de handelingsbevoegdheid van de vertegenwoordiger.
Wenn der Antrag von einem Vertreter des Rechtsinhabers oder einer anderen in Artikel 2 Absatz 2 Buchstaben a) und b) genannten Person gestellt wird, die zur Nutzung eines der in Artikel 2 Absatz 1 Buchstaben a), b) und c) der Grundverordnung genannten Rechte berechtigt ist: zusätzlich zu den unter den Buchstaben a) und b) dieses Abschnitts genannten Nachweisen ein Nachweis seiner Handlungsvollmacht.