1. Wanneer een zending uit een derde land wordt opgeslagen in een douane-entrepot of een actieve veredeling ondergaat in de vorm van het systeem inzake schorsing als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (6), en één of meerdere van de in artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde behandelingen ondergaat, moeten voor die zending de in artikel 4, lid 1, van deze verordening bedoelde maatregelen worden toegepast voordat de eerste behandeling wordt uitgevoerd.
(1) Wird eine Sendung aus einem Drittland in das Zolllagerverfahren oder in den aktiven Veredelungsverkehr (Nichterhebungsverfahren) gemäß der Verordnung (EWG) Nr. 2913/92 des Rates (6) überführt und einer oder mehreren Aufbereitungen im Sinne von Artikel 4 Nummer 3 der Verordnung (EWG) Nr. 2092/91 unterworfen, so ist sie vor Durchführung der ersten Aufbereitung den Maßnahmen gemäß Artikel 4 Absatz 1 dieser Verordnung zu unterziehen.