3. neemt nota van het feit dat de Rekenkamer van mening is dat de beschikbare informatie over de tenuitvoerlegging van de strategie voor controle achteraf van de gemeenschappelijke onderneming niet toereikend was voor de Rekenkamer om te kunnen uitmaken of deze essentiële beheersingsmaatregel doeltreffend functioneert; verzoekt de Rekenkamer nogmaals om de kwijtingsautoriteit via haar onafhankelijke controles een eigen oordeel voor te leggen over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen die ten grondslag liggen aan de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming;
3. stellt fest, dass der Rechnungshof die verfügbaren Informationen über die Umsetzung der Ex-post-Prüfungsstrategie des Gemeinsamen Unternehmens für nicht ausreichend hält, um abschließend beurteilen zu können, ob dieses zentrale Kontrollinstrument wirksam funktioniert; fordert den Rechnungshof erneut auf, in seinen unabhängigen Prüfungen der Entlastungsbehörde eigens eine Stellungnahme zur Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der dem Jahresabschluss des Gemeinsamen Unternehmens zugrundeliegenden Vorgänge zu übermitteln;