74. Aangezien de bepalingen van het Verdrag en van de EER-Overeenkomst betreffende de vrijheid van dienstverrichting zich verzetten tegen de litigieuze regeling, behoeft deze regeling niet afzonderlijk aan artikel 63 VWEU en artikel 40 van de EER-Overeenkomst inzake het vrije verkeer van kapitaal te worden getoetst (zie naar analogie arrest Commissie/België, reeds aangehaald, punt 79).
74. Da die Bestimmungen des Vertrags und des EWR-Abkommens über den freien Dienstleistungsverkehr der streitigen Regelung entgegenstehen, braucht diese nicht gesondert anhand von Art. 63 AEUV und Art. 40 EWR-Abkommen geprüft zu werden, die beide den freien Kapitalverkehr zum Gegenstand haben (vgl. entsprechend Urteil Kommission/Belgien, Randnr. 79).