53. beschouwt het ontbreken van behoorlijk toezicht als een belangrijk obstakel voor weloverwogen beleidskeuzes; beklemtoont in dit verband dat veel beter gebruik kan worden gemaakt van de expertise en de kennis die aanwezig is in de gedecentraliseerde Europese agentschappen op het terrein van hun respectieve bevoegdheden;
53. ist der Ansicht, dass politische Entscheidungen in voller Kenntnis der Sachlage dadurch erschwert werden, dass keine angemessene Beobachtung der Lage stattfindet; betont diesbezüglich, dass der Sachverstand und das Wissen, die innerhalb der europäischen dezentralen Agenturen in ihren jeweiligen Zuständigkeitsbereichen vorhanden sind, sehr viel besser genutzt werden könnten;