De organisatie die moet worden uitgewerkt om de Commissie in deze nieuwe context haar slagvaardigheid te doen behouden, zal in elk geval van dien aard moeten zijn dat het collegialiteitsbeginsel wordt geërbiedigd. Dit beginsel houdt in dat elk lid van de Commissie, onverschillig van welke lidstaat hij of zij de nationaliteit bezit, op voet van gelijkheid aan de besluitvorming deelneemt en dat alle leden van het college collectief voor de besluiten verantwoordelijk zijn.
Die Organisation, die es einzuführen gilt, um unter diesen neuen Rahmenbedingungen die Handlungsfähigkeit der Kommission zu wahren, muss auf alle Fälle das Kollegialitätsprinzip respektieren. Dieses Prinzip besagt, dass jedes Kommissionsmitglied unabhängig davon, von welchem Mitgliedstaat es die Staatsangehörigkeit besitzt, gleichberechtigt an der Beschlussfassung mitwirkt und dass die Beschlüsse für alle Mitglieder des Kollegiums bindend sind.