De richtlijn schrijft weliswaar voor dat “de lidstaten zich beijveren om vrijwillige, onbetaalde donaties te verzekeren”, maar dat betekent nog niet dat de lidstaten niet een stap verder kunnen gaan en, zoals ik in mijn toespraak al zei, nationale wetgeving invoeren inzake onbetaalde, vrijwillige donaties, en zelfs betalingen kunnen verbieden, mits zij dat kunnen rechtvaardigen op grond van ethische overwegingen en de publieke moraal.
Auch wenn es in der Richtlinie heißt: „Die Mitgliedstaaten streben danach, freiwillige und unentgeltliche Spenden von Geweben und Zellen sicherzustellen“, bedeutet das nicht, dass die Mitgliedstaaten nicht noch einen Schritt weiter gehen und, wie ich in meinem Beitrag sagte, die Unentgeltlichkeit und Freiwilligkeit in einem nationalen Rahmen gesetzlich regeln und Zahlungen sogar verbieten können, vorausgesetzt dies ist aus Gründen der Ethik und der öffentlichen Moral gerechtfertigt.
