16. erkent dat een gestroomlijnde cyclus voor beleidscoördinatie door de Raad moet worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen van het Verdrag van Amsterdam (bij gekwalificeerde meerderheid), maar blijft erop hameren dat het Verdrag moet worden gewijzigd zodat het Europees Parlement het recht van medebeslissing krijgt ten aanzien van de volledige cyclus van het coördinatiebeleid en de bestandedelen daarvan; gaat ervan uit dat deze verbetering door de Europese Conventie voor het nieuwe Verdrag wordt voorgesteld;
16. ist sich darüber im Klaren, dass jeder gestraffte Koordinationszyklus für eine Politik vom Rat gemäß den Grundsätzen des Vertrags von Amsterdam, d.h. mit qualifizierter Mehrheit, angenommen werden muss, betont jedoch die Notwendigkeit einer Vertragsänderung, um dem Europäischen Parlament Mitentscheidungsrechte in Bezug auf den vollen Koordinationszyklus und seine Elemente einzuräumen; erwartet, dass der Europäische Konvent diese Verbesserung für den neuen Vertrag vorschlägt;