G. overwegende dat het bereiken van samenhang tussen het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het handelsbeleid en het ontwikkelingsbeleid een onmisbare voorwaarde is voor de doeltreffendheid van elk beleidsterrein afzonderlijk en tenslotte moet leiden tot voedselveiligheid en het opheffen van de armoede,
G. in der Erwägung, dass die Kohärenz der Agrar-, Handels- und Entwicklungskooperationspolitik der Gemeinschaft eine unerlässliche Voraussetzung für die Effizienz jeder dieser Politiken ist und dass dabei das oberste Ziel der Ernährungssicherheit und der Bekämpfung der Armut als Richtschnur dienen muss,