Wanneer artikel 23 van de Grondwet in werking is getreden, had de federale wetgever echter reeds de geëigende maatregelen genomen om het recht op sociale bijstand te waarborgen dat voortaan is ingeschreven in artikel 23, eerste lid en derde lid, 2° : artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bepaalt immers dat « elke persoon [.] recht [heeft] op maatschappelijke dienstverlening » en dat « deze [.] tot doel [heeft] eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid ».
Als jedoch Artikel 23 der Verfassung in Kraft getreten ist, hatte der föderale Gesetzgeber bereits geeignete Massnahmen ergriffen, um das Recht auf sozialen Beistand zu gewährleisten, das nunmehr in Artikel 23 Absätze 1 und 3 Nr. 2 festgeschrieben war; Artikel 1 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren besagt nämlich: « Jede Person hat Anrecht auf Sozialhilfe », und « diese soll es einem jeden ermöglichen, entsprechend der menschlichen Würde zu leben ».