18. beklemtoont echter dat de lidstaten dienen te onderzoeken op welke manier zij hun burgers het beste kunnen benaderen, opdat de informatie de gehele bevolking bereikt, met inbegrip van ouderen, jongeren, analfabeten en mensen die geen toegang tot de moderne communicatiemiddelen hebben;
18. betont jedoch, dass die Mitgliedstaaten prüfen sollten, wie sie ihre Bürger am besten ansprechen können, damit die Informationen die gesamte Bevölkerung erreichen, einschließlich älterer Menschen, Jugendlicher, Analphabeten oder Menschen, die keinen Zugang zu modernen Kommunikationsmitteln haben;