13. benadrukt dat belastingparadijzen, door de concurrentie op het gebied van mobiel kapitaal te verergeren, inbreuk maken op de soevereiniteit van ontwikkelingslanden om belasting te heffen op inkomsten uit kapitaal als middel om de belastingbasis te verbreden, terwijl ze al een smallere belastingbasis hebben dan de rijke landen;
13. betont, dass Steueroasen durch den steigenden Wettbewerb um mobiles Kapital die Souveränität der Entwicklungsländer bei der Besteuerung von Einkommen aus Kapital als Mittel zur Erweiterung der Steuerbasis beeinträchtigen, obschon sie bereits über eine engere Bemessungsgrundlage verfügen als reiche Länder;