De vraag nodigt uit tot een vergelijking tussen, enerzijds, de personen die in het kader van een benoemingsprocedure het voorwerp uitmaken van een
voordracht door de benoemingscommissie - meer bepaald kandidaten voor een ambt van magistraat van de rechterlijke orde in de zin van artikel 58bis, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek - en, anderzijds, de personen over wier voordracht wel geheim moet worden gestemd « in de gevallen waarin toepassing moe(s)t worden gemaakt van artikel 66, eerste lid, van de gemeentewet, artikel 100 van de nieuwe gemeentewet, artikel 35 van het gemeentedecreet, artikel 33,
...[+++]derde lid, van de OCMW-wet, of van de artikelen 342, § 2, en 348, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek ».In der Frage wird um einen Vergleich gebeten zwischen einerseits den Personen, die im Rahmen eines Ernennungsverfahrens Gegenstand eines V
orschlags durch die Ernennungskommission seien - insbesondere Bewerber um ein Amt als Magistrat des gerichtlichen Standes im Sinne von Artikel 58bis Nr. 1 des Gerichtsgesetzbuches -, und andererseits den Personen, über deren Vorschlag wohl geheim abgestimmt werden müsse « in den Fällen, in denen Artikel 66 Absatz 1 des Gemeindegesetzes, Artikel 100 des neuen Gemeindegesetzes, Artikel 35 des Gemeindekrets, Artikel 33 Absatz
3 des ÖSHZ-Gesetzes oder ...[+++] die Artikel 342 § 2 und 348 § 2 des Gerichtsgesetzbuches zur Anwendung gebracht werden müssen bzw. mussten ».