Voor lidstaten waarop in overeenstemming met artikel 3, lid 4 en lid 5 een afwijking voor benzine waarin ethanol is bijgemengd van toepassing is, bedraagt de maximale dampspanning 60kPa, plus de in bijlage III vermelde toegestane afwijking van de maximale dampspanning.
Im Fall von Mitgliedstaaten, für die gemäß Artikel 3 Absätze 4 und 5 eine Ausnahme für Ottokraftstoff, der Ethanol enthält, gilt, darf der zulässige Dampfdruck die Summe aus 60 kPa und der in Anhang III genannten Dampfdruckabweichung nicht übersteigen.