Ook al beoogt een van de tenlasteleggingen in het bijzonder artikel 8 van het voormelde koninklijk besluit van 27 maart 1998, het is artikel 5, § 3, zelf van de voormelde wet van 4 augustus 1996 dat de Koning de bevoegdheid toekent om « de in § 1 bedoelde algemene preventiebeginselen nader [te] omschrijven en nader [uit te werken] met toepassing van of ter voorkoming van specifieke risicosituaties ».
Selbst wenn einer der Straftatsvorwürfe sich besonders auf Artikel 8 des vorerwähnten königlichen Erlasses vom 27. März 1998 bezieht, verleiht der eigentliche Artikel 5 § 3 des vorerwähnten Gesetzes vom 4. August 1996 dem König die Befugnis, « die in § 1 erwähnten allgemeinen Verhütungsgrundsätze aufgrund spezifischer Risikosituationen oder im Hinblick auf solche spezifischen Situationen eingehender [zu] definieren und [ausarbeiten] ».