Het door de verzoekers bestreden artikel 18, dat voorziet in het opslaan van het wapen bij een erkende persoon of in de overdracht ervan aan een persoon met een erkenning of een vergunning, beoogt immers slechts drie specifieke hypothesen van weigering, schorsing of intrekking van de vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen, zonder dat in het algemeen de situatie wordt geregeld waarbij aan de voorwaarden van artikel 11 niet langer wordt voldaan door de persoon die het wapen voorhanden had overeenkomstig artikel 11 of artikel 12 van de wapenwet, of nog, artikel 44, § 2, van die wet.
Der durch die Kläger angefochtene Artikel 18, der die Hinterlegung der Waffe bei einem Zulassungsinhaber oder ihre Uberlassung an eine Person mit Zulassung oder Erlaubnis vorsieht, betrifft nämlich nur drei spezifische Fälle der Verweigerung, der Aussetzung oder des Entzugs der Waffenbesitzerlaubnis, ohne allgemein die Situation vorzusehen, in der die Bedingungen von Artikel 11 nicht mehr durch denjenigen erfüllt werden, der die Waffe gemäss Artikel 11 oder gemäss Artikel 12 des Waffengesetzes oder aber gemäss Artikel 44 § 2 dieses Gesetzes besass.