De wetgever heeft meer in het bijzonder gemeend dat het niet wenselijk is dat de rechtbank de economische haalbaarheid van het reorganisatieplan beoordeelt en dat het bijgevolg enkel toekomt aan de schuldeisers om zich op dat vlak uit te spreken, namelijk naar aanleiding van de stemming over het plan (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, p. 66).
Der Gesetzgeber war insbesondere der Auffassung, es sei nicht wünschenswert, dass das Gericht die wirtschaftliche Machbarkeit des Reorganisationsplans beurteilt und dass es folglich den Gläubigern obliegt, darüber zu urteilen, nämlich anlässlich der Abstimmung über den Plan (Parl. Dok., Kammer, 2007-2008, DOC 52-0160/002, S. 66).