2. Alle bestaande pediatrische onderzoeken als bedoeld in lid 1, ongeacht of zij zijn gestart vóór de inwerkingtreding van deze verordening, kunnen in een onderzoeksplan worden opgenomen en in aanmerking worden genomen door het Comité kindergeneeskunde bij de beoordeling van ontwerpplannen voor pediatrisch onderzoek en van aanvragen om vrijstellingen en opschortingen, alsook door de bevoegde autoriteiten bij de beoordeling van overeenkomstig artikel 12, 13 of 35 ingediende aanvragen.
(2) Bei der Beurteilung von Anträgen für Freistellungen oder Zurückstellungen berücksichtigt der Pädiatrieausschuss bzw. bei der Beurteilung von Anträgen nach den Artikeln 12, 13 oder 35 berücksichtigt die zuständige Behörde alle bestehenden pädiatrischen Studien nach Absatz 1 und alle vor Inkrafttreten dieser Verordnung eingeleiteten pädiatrischen Studien, die in ein pädiatrisches Prüfkonzept einbezogen werden können.