De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 42, eerste lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in de versie zoals die volgens de verwijzende rechter van toepassing is op het bodemgeschil, en in de interpretatie volg
ens welke de daarin bepaalde verjaringstermijn enkel van
toepassing is op de vorderingen vermeld in genoemd artikel 42, eerste lid, doch niet
...[+++] op de vorderingen bedoeld in artikel 30ter, § 6, B, van dezelfde wet, waarvoor de gemeenrechtelijke verjaringstermijn zou gelden.Die präjudizielle Frage bezieht sich darauf, ob Artikel 42 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Gesetzeserlasses vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in der Fassung dieses Artikels vereinbar ist, die laut dem Verweisungsrichter auf das Hauptverfahren anwendbar sei, und dahingehend interpretiert, dass die darin genannte Verjährungsfrist nur auf die im o.a. Artikel 42
Absatz 1 genannten Forderungen anwendbar sei, nicht aber auf die in Artikel 30ter, § 6, B, desselben Gesetzes angeführten Forderungen, für die die gemeinrechtlic
he Verjähr ...[+++]ungsfrist gelte.