De Raad van State vraagt aan het Hof of de in het geding zijnde bepaling een discriminatie tot stand brengt onder de personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden die waren bepaald in artikel 49 van het decreet van 6 juni 1994 vóór de wijziging ervan bij het decreet van 2 februari 2007, naargelang zij zich op de datum van de inwerkingtreding van het decreet van 2 februari 2007 al dan niet kunnen beroepen op een anciënniteit van ten minste 600 dagen in het tijdelijk uitgeoefende bevorderingsambt.
Der Staatsrat fragt den Gerichtshof, ob die betreffende Bestimmung eine Diskriminierung zwischen den Personalmitgliedern, die die Bedingungen erfüllten, die durch Artikel 49 des Dekrets vom 6. Juni 1994 vor seiner Abänderung durch das Dekret vom 2. Februar 2007 festgelegt worden seien, einführe, je nachdem, ob sie sich auf ein Dienstalter von mindestens 600 Tagen in dem zeitweilig ausgeübten Beförderungsamt am Tag des Inkrafttretens des Dekrets vom 2. Februar 2007 berufen könnten oder nicht.