33. roept ertoe op voortijdige schoolverlaters te helpen bij de overgang naar werk door te zorgen voor beroepskeuzeadvisering op maat en hen door middel van op de persoon toegesneden maatregelen de gelegenheid te bieden alsnog bepaalde werkgerelateerde vaardigheden en kwalificaties te verwerven, alsmede sociale vaardigheden te ontwikkelen, ter vergroting van hun kansen op de arbeidsmarkt en ter verbetering van hun sociale insluiting, en gebruik te maken van bijscholing en regelingen voor de erkenning van diploma's; benadrukt dat ook leerlingen afkomstig uit gezinnen zonder geldige documenten het recht moeten hebben naar school te gaan;
33. regt an, Schulabbrechern durch spezielle individuelle berufsberatende Orientierungshilfen den Einstieg ins Berufsleben zu erleichtern und es ihnen durch spezielle Angebote zu ermöglichen, nachträglich arbeitsbezogene Fertigkeiten und Qualifikationen zu erwerben und soziale Kompetenzen zu entwickeln, die sie in die Lage versetzen, ihre Beschäftigungsmöglichkeiten und ihre soziale Integration zu verbessern und Umschulungen und Äquivalenzregelungen zwischen zwei verschiedenen beruflichen Ausrichtungen wahrzunehmen; hebt hervor, dass Schüler aus Familien ohne gültige Ausweispapiere das Recht haben müssen, die Schule zu besuchen;
