De verzoekende partij bekritiseert het feit dat het aan de K
oning toekomt om te bepalen « in welke gevallen » de standaard medische vragenlijst moet worden gehanteerd (artikel 138ter -1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van
25 juni 1992), « op welke wijze » de verzekeraars « rekening houden » met de vragenlijst (artikel 138ter -1, § 1, eerste lid, 3°, van dezelfde wet), en in welke «
gevallen » de verzekeraars een bijkomend medisch onderzoek mogen vragen (artikel 138ter -1, § 1, eerste lid, 4°,
...[+++] van dezelfde wet).