19. Overwegende dat de rechten van omroeporganisaties in hun uitzendingen niet eeuwigdurend dienen te zijn, ongeacht of deze uitzendingen al dan niet via de ether plaatsvinden, uitzendingen per kabel of satelliet daaronder begrepen; dat het derhalve noodzakelijk is de beschermingstermijn te laten ingaan met de eerste uitzending van een programma; dat deze bepaling bedoeld is om te voorkomen dat een nieuwe termijn ingaat met een uitzending die identiek is met een eerdere;
19. Das Recht der Sendeunternehmen an ihren Sendungen, unabhängig davon, ob es sich hierbei um drahtlose oder drahtgebundene, über Kabel oder durch Satelliten vermittelte Sendungen handelt, sollte nicht zeitlich unbegrenzt währen; es ist deshalb notwendig, die Schutzdauer nur von der ersten Ausstrahlung einer bestimmten Sendung an laufen zu lassen; diese Vorschrift soll verhindern, daß eine neue Frist in den Fällen zu laufen beginnt, in denen eine Sendung mit einer vorhergehenden identisch ist.