Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Automatische bepaling van afstand
Automatische bepaling van azimut
Automatische bepaling van elevatie
Bepaling
Beschikking tot rechtsdagbepaling
Beschikking van bepaling van de rechtsdag
Bewijsstuk
Blijk geven van
Blijk geven van verantwoordelijkheid
Criterium ter bepaling van het hoofdreisdoel
Inzending
Statutaire bepaling
Ten blijke waarvan
Tentoonstellen
Tentoonstelling
Tonen
Tot actie aanleiding gevende blijk van belangstelling
Verantwoordelijkheid aanvaarden
Verantwoordelijkheid nemen
Verantwoordelijkheid tonen

Traduction de «bepaling blijk » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
blijk van belangstelling die aanleiding geeft tot actie | tot actie aanleiding gevende blijk van belangstelling

verbindliche Interessenbekundung




automatische bepaling van afstand | automatische bepaling van azimut | automatische bepaling van elevatie

automatische Entfernungs-,Richtungs-und Erhebungswinkelmessung


verantwoordelijkheid aanvaarden | verantwoordelijkheid nemen | blijk geven van verantwoordelijkheid | verantwoordelijkheid tonen

Verantwortung zeigen


bewijsstuk | blijk geven van | inzending | tentoonstellen | tentoonstelling | tonen

Ausstellungsstück




Officiële Belgische Schaal ter bepaling van de graad van Invaliditeit

Offizielle belgische Invaliditätstabelle


criterium ter bepaling van het hoofdreisdoel

Kriterium zur Bestimmung des Hauptreiseziels




beschikking van bepaling van de rechtsdag | beschikking tot rechtsdagbepaling

Anberaumungsbeschluss
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Het is evenwel niet redelijk verantwoord dat voor de verkiezing van de sociale organen bedoeld in de bestreden bepaling in geen enkel opzicht rekening wordt gehouden met de specifieke situatie binnen de Belgische Spoorwegen van de aangenomen vakbonden die van een reële feitelijke representativiteit blijk geven, temeer daar vakorganisaties die weinig representatief zijn voor het personeel van de Belgische Spoorwegen, wel kunnen deelnemen aan die sociale verkiezingen, wanneer zij beantwoorden aan de wettelijke definitie van een « repres ...[+++]

Es ist jedoch nicht vernünftig gerechtfertigt, dass für die Wahl der sozialen Organe im Sinne der angefochtenen Bestimmung nicht die spezifische Situation der innerhalb der belgischen Eisenbahnen angenommenen Gewerkschaften berücksichtigt wird, die eine faktische Repräsentativität nachweisen, zumal die Gewerkschaftsorganisationen, die kaum repräsentativ für das Personal der belgischen Eisenbahnen sind, an diesen Sozialwahlen teilnehmen können, wenn sie der gesetzlichen Definition einer « repräsentativen » Gewerkschaftsorganisation entsprechen.


Het lijkt evenwel niet redelijk verantwoord dat voor de verkiezing van de sociale organen bedoeld in de bestreden bepaling in geen enkel opzicht rekening wordt gehouden met de specifieke situatie binnen de Belgische Spoorwegen van de aangenomen vakbonden die van een reële feitelijke representativiteit blijk geven, temeer daar vakorganisaties die weinig representatief zijn voor het personeel van de Belgische Spoorwegen, wel kunnen deelnemen aan die sociale verkiezingen, wanneer zij beantwoorden aan de wettelijke definitie van een « rep ...[+++]

Es erscheint jedoch nicht als vernünftig gerechtfertigt, dass für die Wahl der sozialen Organe im Sinne der angefochtenen Bestimmung nicht die spezifische Situation der innerhalb der belgischen Eisenbahnen angenommenen Gewerkschaften berücksichtigt wird, die eine faktische Repräsentativität nachweisen, zumal die Gewerkschaftsorganisationen, die kaum repräsentativ für das Personal der belgischen Eisenbahnen sind, an diesen Sozialwahlen teilnehmen können, wenn sie der gesetzlichen Definition einer « repräsentativen » Gewerkschaftsorganisation entsprechen.


Met hun vierde middel, dat subsidiair wordt aangevoerd voor het geval wordt geoordeeld dat een beroep op artikel 291, lid 2, VWEU als grondslag voor de vaststelling van individuele beperkende maatregelen juridisch mogelijk is in het kader van een beleid van vaststelling van beperkende maatregelen dat op artikel 215 VWEU is gebaseerd, voeren rekwirantes aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in punt 87 van zijn arrest te oordelen dat artikel 46, lid 2, van verordening nr. 267/2012 „de Raad de bevoegdheid voorbehoudt om de bepalingen van art ...[+++]

Mit dem vierten Rechtsmittelgrund, der hilfsweise für den Fall geltend gemacht wird, dass der Rückgriff auf Art. 291 Abs. 2 AEUV als Grundlage für den Erlass individueller restriktiver Maßnahmen im Rahmen einer Politik des Erlasses auf Art. 215 AEUV gestützter restriktiver Maßnahmen als rechtlich möglich angesehen werde, tragen die Rechtsmittelführerinnen vor, dass das Gericht einen Rechtsfehler begangen habe, als es in Rn. 87 des Urteils entschieden habe, dass Art. 46 Abs. 2 der Verordnung Nr. 267/2012 „dem Rat die Befugnis zur Durchführung der Bestimmungen ihres Art. 23 Abs. 2 und 3 . vorbehält“, und dies für die Erfüllung der Begründu ...[+++]


Daar de eerste verzoekende partij blijk heeft gegeven van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen, dient zij daarenboven geen blijk te geven van een belang bij het middel.

Da die erste klagende Partei das erforderliche Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung der angefochtenen Bestimmung nachgewiesen hat, braucht sie darüber hinaus kein Interesse am Klagegrund nachzuweisen.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het feit dat die bepalingen louter overnemen wat voordien in artikel 28, § 1, van de Ziekenfondswet was bepaald, betekent niet dat het beroep tegen artikel 4, 2°, van de wet van 26 april 2010 ratione temporis onontvankelijk zou zijn, nu de wetgever met die bepaling blijk heeft gegeven van de wil om die aangelegenheid opnieuw te regelen.

Der Umstand, dass diese Bestimmungen lediglich dasjenige übernehmen, was vorher in Artikel 28 § 1 des Krankenkassengesetzes vorgesehen war, bedeutet nicht, dass die Klage gegen Artikel 4 Nr. 2 des Gesetzes vom 26. April 2010 ratione temporis unzulässig wäre, da der Gesetzgeber mit dieser Bestimmung den Willen bekundet hat, diese Angelegenheit erneut zu regeln.


In de eerste plaats heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging en toepassing van artikel 263 VWEU, door te oordelen dat de verordening „uitvoeringsmaatregelen met zich bracht” in de zin van die bepaling.

Erstens habe das Gericht bei der Auslegung und Anwendung von Art. 263 AEUV einen Rechtsfehler begangen, als es zu dem Ergebnis gekommen sei, dass die Verordnung im Sinne dieser Bestimmung „Durchführungsmaßnahmen nach sich [ziehe]“.


Zij geeft te kennen dat aangezien volgens de rechtspraak enkel een vermogen om de herkomst van het product te onderscheiden volstaat om toepassing van de weigeringsgrond bedoeld in artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 achterwege te laten en dat, gelet op het feit dat deze merken een minimum aan onderscheidend vermogen bezaten, hetgeen het Gerecht heeft erkend door deze als origineel te kwalificeren, dit laatste blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in strijd met deze bepaling te weigeren te erkennen d ...[+++]

Da nach der Rechtsprechung bereits eine Eignung zur Kennzeichnung der Produktherkunft genüge, um das Eintragungshindernis des Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 entfallen zu lassen, und in Anbetracht des Umstands, dass die Marken eine minimale Unterscheidungskraft aufwiesen, was vom Gericht mit ihrer Einstufung als eigentümlich eingeräumt worden sei, stelle es einen Rechtsfehler dar, dass das Gericht ihnen unter Verstoß gegen diese Bestimmung eine Unterscheidungskraft abgesprochen habe, obgleich die Voraussetzungen für den Schutz erfüllt gewesen seien.


94 Derhalve dient te worden vastgesteld dat het Gerecht, door te oordelen dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94, geen blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot deze bepaling en de relevante rechtspraak van het Hof.

Unter diesen Umständen ist festzustellen, dass das Gericht mit der Entscheidung, dass die angemeldete Marke keine Unterscheidungskraft im Sinne von Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 hat, keinen Rechtsfehler im Hinblick auf diese Bestimmung und die einschlägige Rechtsprechung des Gerichtshofs begangen hat.


Aan het Hof wordt gevraagd of die bepaling bestaanbaar is met het gelijkheidsbeginsel, al dan niet in samenhang gelezen met andere grondwets-, wets- en verdragsbepalingen, voor zover ze zo wordt uitgelegd dat ze « van de deelentiteiten eist dat ze blijk geven van een ander belang om op te treden dan het belang waarvan ze blijk geven wanneer ze bij het Arbitragehof curatieve toetsing van een rechtsregel van een wetgevende vergadering laten plaatsvinden of wanneer ze preventieve toetsing laten plaatsvinden bij de instanties genoemd in d ...[+++]

Der Hof wird gefragt, ob diese Bestimmung mit dem Gleichheitsgrundsatz, an sich oder in Verbindung mit anderen Verfassungs-, Gesetzes- und Vertragsbestimmungen, vereinbar sei, insofern sie dahingehend ausgelegt werde, dass sie « von den Teilentitäten fordert, dass sie ein anderes Interesse nachweisen als dasjenige, das sie nachweisen, wenn sie beim Schiedshof die kurative Kontrolle einer von einer gesetzgebenden Versammlung ausgehenden Rechtsnorm veranlassen oder wenn sie die präventive Kontrolle bei einer der in den Regeln zur Organisation des föderalen Belgiens genannten Instanzen veranlassen ».


Bijgevolg heeft het Gerecht geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 en de relevante rechtspraak van het Hof door te oordelen dat de aangevraagde merken elk onderscheidend vermogen missen in de zin van deze bepaling.

Infolgedessen hat das Gericht mit der Feststellung, dass die angemeldeten Marken keine Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 besäßen, keinen Rechtsfehler im Hinblick auf diese Bestimmung und die einschlägige Rechtsprechung des Gerichtshofes begangen.


w