Rekening houdend met het voormelde arrest van het Hof nr. 138/2015, en zoals is vermeld in B.3.10, kunnen de magistraten die het voorwerp uitmaken van een mobiliteitsmaatregel waarop het voormelde artikel 330quinquies van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is, het door die bepaling georganiseerde beroep instellen, en zulks tot de inwerkingtreding van het jurisdictioneel beroep dat de wetgever dient te organiseren overeenkomstig het voormelde arrest.
Unter Berücksichtigung des vorerwähnten Entscheids des Gerichtshofes Nr. 138/2015 und wie in B.3.10 angeführt wurde, können die Magistrate, die Gegenstand einer Mobilitätsmaßnahme sind, auf die der vorerwähnte Artikel 330quinquies des Gerichtsgesetzbuches Anwendung findet, die durch diese Bestimmung geregelte Beschwerde bis zum Inkrafttreten der gerichtlichen Beschwerde ausüben, die der Gesetzgeber gemäß dem vorerwähnten Entscheid zu organisieren hat.