Nu de verzoekende partij in onvoldoende mate uiteenzet op welke wijze de bestreden bepaling tevens een schending van artikel 24, § 1, al dan niet in samenhang met artikel 24, § 4, van de Grondwet zou inhouden, toetst het Hof de bestreden bepaling aan artikel 24, § 4, van de Grondwet alleen.
Da die klagende Partei unzureichend darlegt, inwiefern die angefochtene Bestimmung gleichzeitig einen Verstoss gegen Artikel 24 § 1 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikel 24 § 4, beinhalten würde, prüft der Hof die angefochtene Bestimmung nur anhand von Artikel 24 § 4 der Verfassung.