Uit de uiteenzetting van het eerste onderdeel van het enige middel in de zaak nr. 4730 blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met artikel 170, § 1, van de Grondwet, van artikel 64 van de programmawet van 22 december 2008 en van de laatste vier leden van artikel 14, § 8, van de wet van 11 april 2003, dat werd ingevoegd bij artikel 65 van dezelfde programmawet, in zoverre die bepalingen de invordering van de belasting zouden delegeren aan een privépersoon.
Aus der Darlegung des ersten Teils des einzigen Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4730 geht hervor, dass der Hof gebeten wird, sich zur Vereinbarkeit von Artikel 64 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2008 und der letzten vier Absätze von Artikel 14 § 8 des Gesetzes vom 11. April 2003, der durch Artikel 65 desselben Programmgesetz eingefügt wurde, mit Artikel 170 § 1 der Verfassung zu äussern, insofern diese Bestimmungen einer Privatperson die Eintreibung der Steuer übertragen würden.