Die bepalingen verwijzen immers naar twee respectievelijk vier personen « onder degenen bedoeld in artikel 2, 4° tot 10° » van de wet van 31 januari 2007, dat bepaalt : « Art. 2. Deze wet is van toepassing op : [...] 4° de referendarissen; 5° de parketjuristen; 6° de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie; 7° de leden van de griffies; 8° de leden van de parketsecretariaten; 9° de personeelsleden van de griffies en van de parketsecretariaten; 10° de personeelsleden van niveau A die de titel dragen van attaché, adviseur of adviseur-generaal ».
D
iese Bestimmungen verweisen nämlich auf zwei beziehungsweise
vier « der in Artikel 2 Nrn. 4 bis 10 [d
es Gesetzes vom 31. Januar 2007] erwähnten Personen »; diese Bestimmung lautet: « Art. 2. Vorliegendes Gesetz ist auf folgende Personen anwendbar: [...] 4. Referenten, 5. Juristen bei der Staatsanwaltschaft, 6. Attachés des Dienstes für Dokumentation und Übereinstimmung der Texte beim Kassationshof, 7. Mitglieder der Kanzleien, 8
...[+++]. Mitglieder der Sekretariate der Staatsanwaltschaften, 9. Personalmitglieder der Kanzleien und der Sekretariate der Staatsanwaltschaften, 10. Personalmitglieder der Stufe A, die den Titel eines Attachés, Beraters oder Generalberaters führen ».