Resolutie 1999/61 van 28 april 1999, die voor het eerst door een volstrekte meerderheid van de lidstaten van de Commissie voor de mensenrechten is aangenomen en mede wordt ondersteund door 72 staten die alle continenten
vertegenwoordigen, doet in paragraaf 4 een beroep op de staten die de doodstraf handhaven om het aantal delicten die deze straf kunnen meebren
gen, geleidelijk te beperken; een moratorium op executies in te stellen in het vooruitzicht van een volledige afschaffing van de doodstraf; de informatie met betrekking tot de
...[+++]toepassing van de doodstraf openbaar te maken.
In der Resolution 1999/61 vom 28. April 1999, die erstmals von einer absoluten Mehrheit der Mitgliedstaaten der Menschenrechtskommission angenommen und von 72 Staaten, die alle Erdteile vertreten, mitgetragen wurde, werden in Nummer 4 die Mitgliedstaaten, die an der Todesstrafe festhalten, aufgefordert, die Zahl der Handlungen, die mit dieser Strafe bedroht sind, fortschreitend zu beschränken, in bezug auf Hinrichtungen ein Moratorium mit dem Ziel einer vollständigen Abschaffung der Todesstrafe einzuführen, die Informationen über die Anwendung der Todesstrafe zu veröffentlichen.