2 bis. De in artikel 2 bedoelde voertuigen die bij gebrek aan beschikbare en economisch haalbare technische oplossingen niet kunnen worden uitgerust met spiegels die voldoen aan de voorschriften van de leden 1 en 2, mogen met extra spiegels en/of inrichtingen voor indirect zicht worden uitgerust, mits de combinatie van dergelijke inrichtingen toelaat ten minste 95% van het in Richtlijn 2003/97/EG voor een spiegel van klasse IV en ten minste 85% voor een spiegel van klasse V bedoelde gezichtsveld op grondniveau te overzien.
(2a) Fahrzeuge gemäß Artikel 2, die mangels verfügbarer und wirtschaftlich vertretbarer technischer Lösungen nicht mit Spiegeln ausgestattet werden können, die Artikel 3a Absätze 1 und 2 dieser Richtlinie genügen, dürfen mit zusätzlichen Spiegeln und/oder anderen Einrichtungen für indirekte Sicht ausgestattet werden, sofern diese Einrichtungen zusammen nicht weniger als 95 % des gesamten Sichtfeldes auf Bodenhöhe der Spiegel der Klassen IV und V und nicht weniger als 85 % des Sichtfeldes auf Bodenhöhe der Spiegel der Klasse V gemäß der Richtlinie 2003/97/EG abdecken.