Op 6 april 2000 bevestigde het Hof van Justitie het arrest waarbij het Gerecht van eerste aanleg louter op procedurele gronden drie beschikkingen van de Commissie had nietig verklaard. Deze beschikkingen betroffen een veroordeling van heimelijke afspraken tussen Solvay en een Duitse onderneming, en van het misbruik dat Solvay en ICI van hun machtspositie hebben gemaakt.
Am 6. April 2000 bestätigte der Europäische Gerichtshof das Urteil des Gerichts Erster Instanz, wonach die drei Entscheidungen der Kommission betreffend Solvay und ein deutsches Unternehmen wegen geheimer Absprache sowie Solvay und ICI wegen Mißbrauchs ihrer beherrschenden Stellung für nichtig erklärt wurden.