10.2. Kunstig bewerkte beschermingsstukken : balkonleuningen en ramen (voorzieningen op leunhoogte die voor de leegte beschutten), roosters (latwerken om de toegang tot een plaats af te schermen of te verbieden), roosters van trapleuningen, luifels (afdaken boven een open ruimte aan een muuropening of een gevel), windwijzers (metalen platen die de windrichting aanwijzen door te draaien om een stang die op een dak is opgesteld).
10.2. verzierte Schutzteile: Schutzgeländer an Balkonen und Fenstern (Strukturen in Stützhöhe vor einer Leere), Gitter (rostartige Konstruktionen, die dazu bestimmt sind, einen Ort zu schützen oder dessen Zugang zu verbieten), Gitter von Treppengeländern, Vordächer (vorspringende Decken über einen Raum im Freien, vor einer Öffnung oder einer Fassade), Windfahnen (Metallplatten, die sich um eine senkrechte, an der Spitze eines Gebäudes stehende Achse drehen, und durch ihre Orientierung die Windrichtung anzeigen).
