- De artikelen 165, § 3, en 167, tweede en zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op toegang tot de rechter, in de interpretatie dat, wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand en in voorkomend geval de procureur des Konings tot uitstel van het huwelijk beslissen, de ambtenaar van de burgerlijke stand vervolgens weigert om het huwelijk te vo
ltrekken en van die beslissing kennis wordt gegeven nadat de maximale termijn binnen welke het huwelijk moet worden voltrokken is verstreken, het beroep dat geldig tegen d
ie beslissing wordt ...[+++]ingesteld als zonder voorwerp wordt beschouwd en geen verlenging van die termijn meer kan worden toegestaan.- Die Artikel 165 § 3 und 167 Absätze 2 und 6 des Zivilgesetzbuches verstoßen gegen die Ar
tikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Recht auf gerichtliches Gehör, dahin ausgelegt, dass in dem Fall, dass der Standesbeamte und gegebenenfalls der Prokurator des Königs den Aufschub der Eheschließung beschließen, der Standesbeamte sich anschließend weigert, die Trauung vorzunehmen, und dieser Beschluss notifiziert wird, nachdem die Höchstfrist, innerhalb deren die Trauung vorgenommen werden soll, abgelaufen ist, die rechtsgültig gegen diesen Beschluss eingelegte Beschwerde als gegenstandslos betrachtet wird und keine Fristverlänger
...[+++]ung mehr gewährt werden kann.