In die bepaling wordt in herinnering gebracht dat de inschrijver voor een overheidsopdracht die tot de in B.3 beschreven tweede categorie behoort, ondanks het feit dat hij op 10 november 2009 bij de Raad van State niet de nietigverklaring van de beslissing tot gunning van de opdracht aan een andere inschrijver kon vorderen, bij de hoven en rechtbanken een zaak aanhangig kon maken teneinde zijn subjectieve rechten te laten beschermen die door die beslissing eventueel op de helling zijn gezet.
In dieser Bestimmung wird daran erinnert, dass ein Submittent eines öffentlichen Auftrags, der zu der in B.3 beschriebenen zweiten Kategorie gehört, trotz des Umstandes, dass er am 10. November 2009 beim Staatsrat nicht die Nichtigerklärung des Beschlusses zur Auftragsvergabe an einen anderen Submittenten beantragen konnte, die Gerichte und Gerichtshöfe hätte befassen können, um seine subjektiven Rechte schützen zu lassen, die durch diesen Beschluss gegebenenfalls gefährdet waren.