Maatregel 2 met name voorziet in de aanneming van één of verscheidene instrumenten tot vaststelling van het beginsel dat de rechter van een lidstaat bij de beoordeling van het strafrechtelijk verleden van de dader, de vaststelling van recidive, de straftoemeting en de bepaling van de strafmodaliteiten, rekening moet kunnen houden met onherroepelijke strafrechtelijke beslissingen in andere lidstaten.
Maßnahme Nr. 2 sieht insbesondere die Annahme eines oder mehrerer Rechtsakte vor, in denen der Grundsatz verankert ist, dass das Gericht eines Mitgliedstaats in den anderen Mitgliedstaaten ergangene rechtskräftige Strafurteile heranziehen können muss, um die strafrechtliche Vergangenheit eines Täters bewerten, einen etwaigen Rückfall berücksichtigen und die Art der Strafen und die Einzelheiten der Strafvollstreckung entsprechend festlegen zu können.