2. Indien de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat hierom verzoekt, stelt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat haar in kennis van de maximumduur van de vrijheidsbeneming waarin het nationale recht van de tenuitvoerleggingsstaat voorziet voor het strafbare feit dat aanleiding heeft gegeven tot de beslissing, en welke kan worden opgelegd aan de gevonniste persoon die een proeftijdvoorwaarde of alternatieve straf niet naleeft.
(2) Die zuständige Behörde des Vollstreckungsstaats unterrichtet die zuständige Behörde des Ausstellungsstaats auf deren Ersuchen über die im nationalen Recht des Vollstreckungsstaats für die dem Urteil zugrunde liegende Straftat vorgesehene Höchstdauer der freiheitsentziehenden Maßnahme, die im Falle der Nichteinhaltung der Bewährungsmaßnahmen oder alternativen Sanktionen gegen die verurteilte Person verhängt werden kann.
