2. Onverminderd de gevallen waarin de ECB op grond van artikel 6, lid 5, punt b), van Verordening (EU)
nr. 1024/2013 heeft besloten haar toezichttaken met betrekking tot kredietinstellingen rechtstreeks uit te oefenen, deelt de afwikkelingsraad, indien hij een mededeling uit hoofde van lid 1 ontvangt of indien de afwikkelingsra
ad voornemens is op eigen initatief een beoordeling op grond van lid 1 vast te stellen met betrekking tot een in artikel 7, lid 3, bedoelde entiteit of groep, de ECB onverwijld van zijn beoo
...[+++]rdeling in kennis..