bij artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 1995 tot uitvoering van de artikelen 33 en 34 van het decreet van 23 januari 1991 wordt een veel vrijer vergunningenbeleid ingevoerd voor de gezinsveeteeltbedrijven dan voor de niet-gezinsveeteeltbedrijven : enkel voor gezinsveeteeltbedrijven is nog een vergunning mogelijk voor een verandering met uitbreiding van de mestproductie (artikel 4, 2, 3°, a) tot e) van voormeld besluit) en alleen voor gezinsveeteeltbedrijven kan de exploitatie van een nieuwe inrichting gekoppeld worden aan de volledige stopzetting van de bestaande inrichting (artikel 4, 2, 2°, van voormeld besluit).
Durch Artikel 4 des Erlasses der Flämischen Regierung vom 20. Dezember 1995 zur Durchführung der Artikel 33 und 34 des Dekrets vom 23. Januar 1991 werde für die Familienviehzüchtereien eine weitaus tolerantere Genehmigungspolitik eingeführt als für Nicht-Familienviehzüchtereien, denn nur noch für Familienviehzüchtereien könne ein Antrag auf Betriebsänderung, mit der eine Erweiterung der Düngerproduktion einhergehe, genehmigt werden (Artikel 4 2 3° a) bis e) des vorgenannten Erlasses) und nur für Familienviehzüchtereien könne der Betrieb einer neuen Einrichtung mit der völligen Betriebseinstellung einer bisherigen Einrichtung verbunden werden (Artikel 4 2 2° des vorgenannten Erlasses).