5. stelt voor dat de voorzitter van de Europese Raad en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid samen worden uitgenodigd met de voorzitter van de Commissie om eens per jaar deel te nemen aan een debat over de interne en externe situatie van de Unie, zonder dat dit overlapt met het bestaande jaarlijkse debat over de staat van de Unie in het kader waarvan de voorzitter van de Commissie zijn werkprogramma voorstelt en verslag uitbrengt over de genomen maatregelen bij het Parlement, waaraan hij verantwoording is verschuldigd;
5. schlägt vor, dass der Präsident des Europäischen Rates und die Hohe Vertreterin der Union für Außen- und Sicherheitspolitik zusammen mit dem Präsidenten der Kommission eingeladen werden, einmal jährlich an einer allgemeinen Debatte über die interne und externe Lage der Union teilzunehmen, wobei Überschneidungen mit der bestehenden jährlichen Debatte über die Lage der Union zu vermeiden sind, während derer der Präsident der Kommission sein Arbeitsprogramm und die Berichte über seine Tätigkeit dem Parlament vorlegt, demgegenüber er rechenschaftspflichtig ist;