Overwegende dat bij Richtlijn 88/76/EEG van de Raad (10) tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG voorschriften zijn ingevoerd met betrekking tot het gebruik van ongelode benzine; da
t de aanpassing van bestaande motoren aan deze benzine in vele gevallen technische wijzigingen vergt die met het oog op het voldoen aan bovengenoemde richtlijnen relevant zijn; dat het, met het oog op het snel toenemend gebruik van ongelode benzine, raadzaam is de administratieve behandeling van de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de typegoedkeuring van de betrokken voertuigen te vergemakkelijken; dat tevens een nauwkeuriger omschrijving van de maatrege
...[+++]len van Richtlijn 88/76/EEG noodzakelijk blijkt om te voorkomen dat gelode benzine wordt bijgetankt in voertuigen met een uitlaatgasreinigingssysteem dat door dergelijke benzine nadelig wordt beïnvloed; dat het tevens dienstig is de nieuwe, in de onderhavige richtlijn omschreven referentiebrandstof voor dieselmotoren in Richtlijn 72/306/EEG met betrekking tot de rookemissie van dergelijke motoren op te nemen; dat het raadzaam is bij deze gelegenheid de tech